In een eerder verschenen blog van 9 oktober 2012 werd door ons nog met verbazing geconstateerd dat bij een private offerteaanvraag voor een relatief kleine opdracht de aanbestedingsbeginselen door de voorzieningenrechter van toepassing werden verklaard. Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep echter anders over deze kwestie.
Welke kwestie betreft het ook alweer?
Een kerkgenootschap heeft drie partijen uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor de restauratie van het monumentale hek om de kerk. Daarbij heeft het kerkgenootschap een private aanbestedingsprocedure gehanteerd. De omvang van de opdracht is € 50.000,- en er is geen gunningscriterium vastgesteld. Het kerkgenootschap heeft aan de laagste inschrijver (A) medegedeeld dat zij weliswaar de laagste inschrijver is, maar dat het werk gegund wordt aan een andere partij (B), gelet op eerdere positieve ervaringen met dat bedrijf. Deze partij (B) was € 600,- duurder. Zoals gezegd, oordeelt de voorzieningenrechter vervolgens dat het kerkgenootschap heeft gehandeld in strijd met de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht en de rechter heeft verboden om het werk aan B te gunnen.
Oordeel Hof
Het Hof stelt evenals de rechtbank voorop dat het hier gaat om een private aanbesteding, waarbij een particuliere rechtspersoon geheel onverplicht een drietal offertes heeft ingewonnen in de vorm van een aanbestedingsprocedure. Noch de Europese noch de Nederlandse wetgeving die betrekking heeft op overheidsaanbestedingen is op deze aanbestedingsprocedure van toepassing. De vele door partijen aangehaalde uitspraken die zien op overheidsaanbestedingen zijn volgens het Hof dan ook van betrekkelijke waarde voor de oplossing van het geschil.
Door A is een beroep gedaan op een uitspraak van het Hof van Amsterdam van 20 september 2011. Onder verwijzing naar dit arrest acht A, evenals de voorzieningenrechter, vrijwel alle belangrijke leerstukken van de overheidsaanbesteding van toepassing op private aanbestedingen. Het Hof benadrukt in de onderhavige zaak echter dat deze uitspraak bij de Hoge Raad (KLM-arrest) geen stand heeft gehouden.
In lijn met het KLM-arrest oordeelt het Hof dat een private opdrachtgever zich wel kan binden aan het (overheids)aanbestedingsrecht dan wel delen daarvan, maar dan moeten daarvoor wel concrete aanwijzingen zijn die meer inhouden dan alleen het organiseren van enige vorm van aanbestedingsprocedure. Volgens het Hof is van dergelijke aanwijzingen geen sprake. De summiere aanbestedingsstukken geven daar geen blijk van. Ook de omvang van het kerkgenootschap op de relevante markt kan geen verwachtingen op dit punt in het leven hebben geroepen. Tevens oordeelt het Hof dat hetgeen het kerkgenootschap in de aanbestedingsvoorwaarden heeft opgenomen, alle ruimte laat om bij de gunningsbeslissing andere aspecten dan alleen de prijs te betrekken.
Kortom, onder verwijzing naar het KLM-arrest wordt door het Hof nog eens bevestigd dat de regels bij private aanbestedingen minder strikt zijn dan aanvankelijk het geval leek te zijn.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met Susanne Smits of plaats een reactie hieronder.
